RIZIV-conventie

RIZIV-conventie

25 augustus 2021 door VVCEPC

Langs deze weg willen we vanuit het bestuur reageren op de berichten over de nieuwe RIZIV-conventie.Het gaat om een belangrijke en nieuwe situatie die onze beroepsgroep en onze cliënten aanbelangt en de voorbije weken controverse met zich meebracht in het werkveld.Terwijl dit nieuws de gemoederen beroert in de pers en sociale media, zien we het als onze taak om het hoofd koel te houden, zo correct en genuanceerd mogelijk te informeren, stap voor stap de situatie op te volgen, terwijl we waakzaam de belangen van al onze leden in het oog houden, in het bijzonder van onze niet-WUG’ers.

Waarover gaat het precies?

Kadering van de conventie

Het verzekeringscomité van het RIZIV heeft eind juli een principieel akkoord gegeven om ruim 151 miljoen euro vrij te maken voor psychologische zorg op de eerste lijn. Het gaat om een tijdelijk project (van september 2021 tot eind 2023), waarna het geheel zal worden geëvalueerd. Dit akkoord werd mee onderhandeld door VVKP, VVO en de ggz-netwerken. De BWP (de koepel van de vier grote psychotherapie-verenigingen waarvan ook VVCEPC deel uitmaakt) heeft als partnerorganisatie meegewerkt aan de visie van VVKP, maar zat niet mee aan de onderhandelingstafel en werd zo ook niet rechtstreeks betrokken in de totstandkoming van de conventie. De grote lijnen over de behandelvisie en de manier waarop het geld besteed zal worden liggen vast, hoewel er nog heel wat onduidelijkheden zijn over de concrete uitwerking en vraagtekens bij een aantal keuzes.

 

Samengevat: de grote lijnen van de conventie op een rijtje

Hier volgt een summiere samenvatting van wat er intussen duidelijk is:

  • De conventie regelt de terugbetaling van psychologische zorg voor alle leeftijdscategorieën. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen eerstelijns psychologische zorg (ELP), gericht op vraagverheldering en preventieve ondersteuning van zelfzorg en veerkracht, en gespecialiseerde zorg (waaronder psychotherapie) voor mensen met een onderliggende psychische aandoening, gericht op diagnostiek en behandeling. Aanmelding vertrekt vooral vanuit de vraag van de cliënt en niet vanuit een stoornisdenken.
  • Het gaat enkel om zorg uitgevoerd door klinisch psychologen of klinisch orthopedagogen die een overeenkomst met het lokale GGZ netwerk afsluiten. Ze zullen moeten beschikken over een visum, erkenning en Riziv-nummer. Klinische ervaring wordt aangetoond via het portfolio. Psychotherapeuten met een andere vooropleiding of klinisch psychologen/orthopedagogen zonder overeenkomst komen dus niet in aanmerking.
  • Er wordt in de conventie duidelijk uitgegaan van multidisciplinair werken en dit telkens binnen een regionaal netwerk. Hierdoor komt er dus een grotere klemtoon te liggen op het zich regionaal verbinden met elkaar, waarbij de klinisch psychologen/orthopedagogen ook een duidelijke plek zullen krijgen.
  • ELP wordt rechtstreeks toegankelijk voor cliënten, doorverwijzing naar gespecialiseerde zorg gebeurt obv een functioneel bilan, dat na een eerste gesprek wordt opgesteld door een arts en een klinisch psycholoog/orthopedagoog. In sommige bronnen staat ook dat dit door twee klinisch psychologen/orthopedagogen kan. Op basis van dit bilan wordt dan binnen het netwerk gezocht naar een geschikte doorverwijzing. Er dient in de loop van de gespecialiseerde zorg ook een tussentijdse evaluatie te gebeuren via een bilan of multidisciplinair overleg.
  • Tarief en aantal sessies per jaar zijn als volgt afgebakend:
    • Tarieven: het aandeel van de cliënt bedraagt 11 euro per individuele sessie (4 euro bij verhoogde tegemoetkoming) of 2,5 euro per groepssessie.
    • ELP: Kinderen en adolescenten hebben recht op 10 individuele sessies of 8 groepssessies per periode van 12 maanden, volwassenen op 8 individuele sessies of 5 groepssessies.
    • Gespecialiseerde zorg: Kinderen en adolescenten hebben recht op max. 20 individuele of 15 groepssessies per jaar, volwassenen op max. 20 individuele of 12 groepssessies.
    • Vergoeding: 75€ voor individuele sessies,  326 à 400€ voor groepssessies (voor 2 zorgverleners). Bij kinderen en jongeren geldt dit ook voor het werken met enkel de context (bijv. CLB-overleg), bij volwassenen moet de cliënt wel aanwezig zijn. Ook online werken is mogelijk, behalve het eerste gesprek. Per nieuwe cliënt wordt 60€/jaar vergoed voor administratie, verslaggeving en overleg. Voor deelname aan multidisciplinair overleg is er een vergoeding voorzien van 225€.
  • De geconventioneerde klinisch psychologen/orthopedagogen dienen:
    • een opleiding te volgen over de werking van het lokale GGZ netwerk
    • deel te nemen aan intervisie/supervisie die door het lokale GGZ netwerk wordt gecoördineerd
    • hun sessies uit te voeren binnen het werkingsgebied van het GGZ netwerk
    • individuele patiëntendossiers bij te houden
    • een ethische werkwijze toe te passen, gebaseerd op “evidence, practice en experienced based” richtlijnen
    • zich min. 8u/week engageren
  • De betrokken GGZ netwerken dienen:
    • een kwaliteitscultuur uit te bouwen, o.a. via (zelf)evaluatiesystemen
    • tegen 31/12/2021 afspraken gemaakt te hebben rond de werking en samenwerkingsverbanden. Pas nadat de afspraken werden vastgelegd treedt de conventie regionaal in werking.

 

Meer info

Meer gedetailleerde informatie vind je terug op de website van het Riziv.

Op de website van de VVKP vind je wat meer achtergrondinfo over de achterliggende visie en de gevoerde onderhandelingen. Er worden ook info-sessies aangeboden, voor leden en niet-leden.

 

Uitgelicht: kansen en kritische vraagtekens

Stap vooruit?

Het feit dat er eindelijk verder werk wordt gemaakt van de terugbetaling van psychologische zorg valt alleen maar toe te juichen, ook al gaat het om een beperkt budget dat slechts een klein deel van het huidige psychologische zorgaanbod kan financieren. De conventie werd opgevat als een experimentele fase en niet als een eindpunt, die zal (en wat ons betreft: moet) worden geëvalueerd. Dit stap-voor-stap werken beschouwen we op zich als een positief gegeven, dat – zoals in alle veranderingsprocessen – kansen geeft om uit te proberen, te ervaren en bij te sturen.

Op het eerste gezicht lijkt de conventie op een aantal vlakken een stap vooruit, vooral dan voor klinisch psychologen/orthopedagogen en cliënten. Bijvoorbeeld:

  • er is geen sprake van een eng medisch model of diagnose-behandelcombinaties, de nadruk ligt op psychisch welzijn, het versterken van veerkracht en op de hulpvraag van de cliënt zelf, eerder dan op diagnoses en een ziektemodel
  • de vergoeding voor de betrokken zorgverleners is fair
  • er is aandacht zowel voor overleg als autonoom werken, en ruimte voor verschillende werkvormen (individuele sessies, groepssessies, werken met de context, live of online)

Of deze en andere randvoorwaarden ook effectief mee zorgen voor een stap vooruit qua kwalitatieve hulpverlening, zal echter afhangen van hoe de conventie concreet vorm krijgt in de praktijk.

 

Kritische vraagtekens bij het voorstel zelf:

  • Er is geen plaats voor psychotherapeuten zonder WUG-titel in de huidige vorm van de conventie. Enkel bij het groepsaanbod wordt gestimuleerd dat een klinisch psycholoog/orthopedagoog samenwerkt met een niet-psycholoog/orthopedagoog en is er zo een beperkte vergoeding mogelijk voor psychotherapeuten zonder WUG-titel. Het feit dat deze psychotherapeuten niet mee werden opgenomen in de conventie lijkt ons een onaanvaardbare exclusie en in tegenstrijd met de wettelijke regeling (de zgn ‘verworven rechten’ in de uitvoering van de WUG) die deze groep wel degelijk erkent als legitieme beoefenaars van de psychotherapie. (https://vvcepc.be/lidmaatschap/wettelijk-kader)

Ook voor counselors is er in deze conventie geen ruimte, behalve via het groepsaanbod. Wellicht zullen op termijn ondersteunende GGZ-beroepen mee in het akkoord kunnen stappen, maar dat is nog verre toekomstmuziek.

Gezien het beperkte bedrag van de conventie, zal er sowieso nog veel vraag zijn, buiten de conventie om. We doen graag een pleidooi om terugbetaling via de mutualiteiten voor psychologische/psychotherapeutische zorg te behouden en uit te breiden, waarbij wij ten stelligste pleiten voor het includeren van deze waardevolle en bekwame zorgverleners.

  • In de conventie worden geen criteria aangehaald om naar ELP of specialistische zorg door te verwijzen en er worden nauwelijks kwaliteitscriteria gespecifieerd voor psychotherapie en psychologische behandeling. Wij zien hierin een ernstige tekortkoming en reden tot bezorgdheid.

Deze leemte wordt in de conventie ingevuld door de lokale netwerken GGZ zelf. Er wordt weliswaar verwezen naar het visum (maar dat zegt enkel iets over het basisdiploma) en over het portfolio om klinische ervaring aan te tonen. Maar verder wordt er voorlopig nog geen richting gegeven. Zo worden het volbracht hebben van een 4-jarige psychotherapie-opleiding of erkenning door een psychotherapie-vereniging niet vernoemd als belangrijke kwaliteitslabels. Wellicht zal het per regio erg gaan verschillen hoe gespecialiseerde zorg wordt ingevuld. Ook op vlak van de selectie van collega’s (Wie mag toetreden? Welke criteria zijn daarbij richtinggevend? Etc.) wordt de invulling helemaal gelegd bij de netwerken en kringen zelf. Mogelijks zal dit lokaal spanningen met zich meebrengen n.a.v. verschillende visies en belangen over deze kwesties die professioneel gevoelig liggen. De kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg zal hierdoor wellicht erg verschillen per regio, wat een spijtige zaak is die deels vermeden zou kunnen worden door duidelijkere richtlijnen rondom wie gespecialiseerde zorg kan bieden.

  • Daarnaast zijn we bezorgd over verschillende zaken rond deontologie en autonomie van de psychotherapeut. Zo moet het functioneel bilan bijv. mee ingevuld worden door een arts voor gespecialiseerde hulp (dit is niet het geval bij ELP). Ook de arbitraire beperking in aantal sessies is een heikel punt die moeilijk te verantwoorden valt vanuit psychotherapeutisch perspectief: wat met cliënten die meer sessies nodig hebben? Dat de zorgverlener dient deel te nemen aan intervisie of supervisie lijkt ons een redelijke verwachting, maar dat reeds bestaande intervisieverbanden niet in acht worden genomen maar men verplicht (ook) dient deel te nemen aan nieuwe, regionaal georganiseerde inter- of supervisie lijkt ons omslachtig, zeker gezien het belang van veiligheid en vertrouwen binnen zo’n context. Opnieuw zal er veel afhangen van de regionale uitwerking van de inter- of supervisie, waarbij we ervoor pleiten dat er voldoende flexibiliteit wordt voorzien zodat er naast regionale samenwerking ook voldoende ruimte en mogelijkheid blijft voor reeds bestaande inter- en supervisiegroepen.

 

Kritische vraagtekens bij het tot stand komen van de conventie

  • We betreuren het ten zeerste dat er vanuit de overheid nauwelijks informatie wordt verspreid noch naar de bevolking, noch naar het werkveld toe, ook niet via de psychotherapieverenigingen. Ook nu, vlak voor de start van de conventie, worden we niet geïnformeerd, maar moeten – zoals de meesten – onze info zelf bij elkaar sprokkelen, wat het moeilijk en omslachtig maakt om leden juist te informeren en onze belangen te behartigen. Deze werkwijze op zich baart ons zorgen en we hopen ten stelligste dat er vanuit de overheid alsnog heldere en duidelijke communicatie komt over de conventie en implicaties voor cliënten en alle betrokken zorgverleners.
  • Hoewel we begrijpen dat niet alle betrokkenen mee aan een onderhandelingstafel kunnen zitten, hadden we graag een grotere rol weggelegd gezien voor de BWP in de totstandkoming van de conventie. De insteek, belangen en werkwijze van beoefenaars in de psychotherapie verschilt wel degelijk nog van die van klinisch psychologen, orthopedagogen of artsen. Gezien de conventie niet enkel om ELP zorg gaat, maar ook om gespecialiseerde zorg, is het niet meer dan gepast dat de stem en inbreng van de psychotherapeuten wordt meegenomen. Deze afwezigheid weerspiegelt zich in de hiaten, zoals hierboven vernoemd.

 

Voorlopige conclusie

 

We beschouwen het akkoord zoals dat nu op tafel ligt als een genuanceerd verhaal met een aantal positieve elementen maar ook duidelijke tekortkomingen. Onze voornaamste kritiek gaat over het excluderen van psychotherapeuten zonder WUG vooropleiding, het ontbreken van duidelijke kwaliteitscriteria voor het aanbod van de gespecialiseerde zorg en de gebrekkige communicatie vanuit de overheid.

Gezien de beperktheid van het budget, zal via deze conventie naar schatting aan hooguit 10% van de psychische zorgvraag kunnen worden tegemoetgekomen. En gezien er heel wat vraagtekens zijn bij de voorwaarden voor zorgverleners en cliënten zal zeker niet iedereen hierop intekenen. Het is dan ook erg belangrijk dat er geen onrealistische verwachtingen worden geschapen naar cliënten toe.

Het is goed dat het om een in de tijd afgebakend project gaat, en we hopen dat de conventie grondig zal worden geëvalueerd èn aangepast op basis van reële bezwaren vanuit het werkveld. We zien het mede als onze taak om de heikele punten in kaart te brengen. Daar hebben we jullie input voor nodig.

We zullen ons inzetten om vanuit de BWP, die zetelt in de Federale Raad voor GGZ beroepen en met de andere betrokken beroepsverenigingen in gesprek is, een stevig front te vormen voor onze hele beroepsgroep en op te treden als centraal aanspreekpunt en spreekbuis voor de psychotherapeuten over de kaders heen.

Ondertussen houden we ook zelf een kritisch oogje in het zeil maar blijven we – trouw aan onze waarden – ook oog houden voor het positieve en groeigerichte dat ook hier aanwezig is.

Ongetwijfeld zal niet iedereen van jullie zich in onze positie kunnen vinden. Dat neemt niet weg dat we graag jullie input, bezorgdheden, kanttekeningen, verwachtingen, etc. vernemen en meenemen.

 

We houden jullie op de hoogte!

 

Het bestuur

 

Sluiten